Wat is inbakeren?

Inbakeren

Inbakeren is het in doeken wikkelen van een baby van schouders tot en met voetjes, de armen strak ingepakt en de benen losser (voor een gezonde heupontwikkeling).

Door inbakeren beperk je een baby beperkt in zijn (onwillekeurige) bewegingen zodat hij zich gemakkelijker kan overgeven aan de slaap.

Traditie

Inbakeren is een oeroude traditie die tot het einde van de achttiende eeuw in Nederland werd toegepast.

Baby’s werden in grote linnen doeken gepakt dat hoofdje en hele lichaam bedekte. Daarna met wikkelbanden, een soort zwachtels van verschillende breedte omwonden. De techniek van het wikkelen was afhankelijk van de tijd, de gewoontes, de mode en de stand. Het basisprincipe bleef wel altijd hetzelfde.

Bakers

Baker komt van bakeren of inbakeren, zij was kraamverzorgende die de vroedvrouw assisteerde bij de bevalling en zorgde voor de babyDe handeling van het inwikkelen werd alleen toevertrouwd aan daarin bekwame vrouwen. Er waren vroedvrouwen (één van de weinige historische vrouwenberoepen) en bakers. Een baker was wat we tegenwoordig een kraamverzorgende noemen. Zij begeleidde de vroedvrouw en was een paar dagen vóór en na de kraam in huis.

Elk dorp had tot in de twintigste eeuw verschillende bakers. Een baker moest iemand zijn met veel ervaring en liefst zelf ook kinderen hebben. De baker had geen opleiding genoten. Een kraamvrouwenopleiding kwam er pas rond 1900. Na deze professionalisering van het beroep kregen bakers een slechte naam.

Door de onjuiste beweringen die de bakers deden ontstond de term ‘bakerpraatjes’. Ook over inbakeren bestaan bakerpraatjes.

Vroeger

Baby's werden vroeger standaard vanaf de geboorte ingebakerdVroeger werd gedacht dat het goed was om baby’s in te bakeren om de bij de geboorte opgelopen kneuzingen te laten genezen, navelbreuk te voorkomen en te zorgen dat de baby later een rechte rug, rechte benen en stevige schouders zou krijgen. Ook kon de baby op die manier niet in zijn oogjes krabben en was het beschermd tegen schokken en stoten.

Op het hoofd kreeg een baby een driehoekig mutsje, een ‘vaderliefje’. Dit mutsje werd stevig vastgemaakt om de kwetsbare fontanel te bedekken, flaporen te voorkomen en te zorgen voor vlakke slapen. Tot drie maanden werd de baby zo ingepakt, daarna werden de armen vrijgelaten en werden alleen het lichaam en de benen nog omwikkeld. Na een half jaar was de baby vrij van wikkels. Aan het eind van de achttiende eeuw kwam men er achter dat het op deze manier inbakeren van een baby de groei belemmerde en raakte het in onbruik.

Tegenwoordig

Tegenwoordig laat men bij het inbakeren baby's hoofd vrij en houdt men rekening met de heupontwikkelingOngeveer 25 jaar geleden werd inbakeren in Nederland herontdekt omdat baby’s steeds onregelmatiger gingen drinken en slapen.

Er zijn veel verschillen tussen het inbakeren van toen en nu. De huidige techniek van het inbakeren, mits juist uitgevoerd, is niet belastend voor de groei en de heupontwikkeling. Baby’s hoofd wordt niet ingebakerd en warmtestuwing wordt met het juiste materiaal voorkomen.

Tegenwoordig worden niet alle baby’s meer ingebakerd, maar wordt inbakeren alleen als tijdelijk hulpmiddel toegepast bij baby’s die moeite hebben met slapen. Dankzij inbakeren kan er rust en regelmaat ontstaan. Na enkele maanden raakt de inbakerdoek als hulpmiddel overbodig en kan het inbakeren weer worden afgebouwd.

 

Lees meer

Veilig inbakeren