Voorkeurshouding

Voorkeurshouding en inbakeren

Voorkeurshouding is een breed begrip en heeft niet zelden een afplatting van het hoofdje tot gevolg. Dit kan aan de achterkant of aan de linker- of rechterkant ontstaan. Afplatting kan worden veroorzaakt door een achterliggende lichamelijke oorzaak, doordat een baby alleen maar op zijn rug ligt, ook in de wakkere tijd, of doordat een baby teveel tijd in diverse stoeltjes doorbrengt.

Hoewel slapen op de rug de primaire oorzaak lijkt te zijn van schedelvervorming werd in onderzoek geen duidelijk verband gevonden tussen slapen in rugligging en Deformatieve Plagiocefalie (schuine afplatting van het hoofdje). In rugligging slapen is niet de enige oorzaak van de ontwikkeling van een voorkeurshouding. Het wordt pas een risicofactor in combinatie met andere risicofactoren zoals een eerstgeborene, bij meerlingen, een vertraagde motorische ontwikkeling en positionele voorkeur. Meer informatie over schedelvervorming en voorkeurshouding.

Voorkeurshouding en inbakeren

De voorkeurshouding die bedoeld wordt als contra-indicatie voor inbakeren, is de zogeheten ‘komma-houding’. Kenmerk hiervan is een asymetrische houding van het hele lichaam, dus niet alleen het hoofdje. Baby’s met deze houding liggen van top tot teen in een kromming. Vaak zijn ze om deze reden onder behandeling van een kinderfysiotherapeut. Overleg eventueel met hem/haar of het inbakeren mag.

Baby in rugligging

Afplatting van het hoofdje van een baby kan te maken hebben met rugligging. Of een baby wel of niet ingebakerd is, maakt geen verschil. Inbakeren dient immers om de slaap te verbeteren en de meest veilige slaaphouding is rugligging. Een voorkeurshouding van het hoofdje is in principe geen contra-indicatie voor het inbakeren.

Meer dan vroeger

Momenteel heeft één op de vijf baby’s van zeven weken last van een scheef hoofdje. Tot 2013 steeg het aantal baby’s dat ter behandeling een helmpje aangemeten kreeg enorm: Van 800 baby’s in 2003 naar 1100 baby’s in 2007 en 3000 baby’s in 2010. In 2014 bleek uit onderzoek dat er nauwelijks verschil is tussen baby’s met helm en baby’s die geen helmtherapie kregen. De therapie verdween uit het basispakket.

Het afplatten van het hoofdje is, zoals lang werd gedacht, niet alleen een cosmetisch probleem. Niet zelden ontwikkelen deze baby’s zich motorisch (te) langzaam, waardoor weer nieuwe problemen kunnen ontstaan. Als je baby zijn hoofdje naar één kant niet of nauwelijks beweegt, als je vormverandering van de schedel opmerkt of een asymmetrie in gezicht of in bewegen ziet, overleg dan z.s.m. met het consultatiebureau of een kinderfysiotherapeut.

Preventie, voorkomen van een voorkeurshouding of afplatting

Probeer je baby in rugligging van begin af aan met zijn hoofdje afwisselend naar links en naar rechts te leggen. Draai desnoods het bedje, zodat het licht van een andere kant komt of hang afwisselend links en rechts een aandachttrekkend voorwerp op. Bij borstvoeding ligt een baby afwisselend naar links of rechts gedraaid. Wissel bij flesvoeding ook van arm.

Rugligging is zoals gezegd de meest veilige slaaphouding, maar in de box of op een kleed kunnen wakkere baby’s onder toezicht prima op hun buik liggen.

Laat je baby wennen aan buikligging, in de eerste periode op de borst van papa of mama

Baby wakker buikligging oefenen

Tineke van Westerop, niet praktiserend kinderfysiotherapeut

“Leg je baby als hij wakker is, ook regelmatig op zijn buik, en laat je baby daar vanaf dag één aan wennen. Want buikligging maakt de rug- en nekspieren sterk en bevordert de symmetrie. Laat je baby in de eerste periode op je borst liggen. Zo ligt hij het meest stabiel, kan hij bij zijn handjes en is er direct contact tussen baby en ouders.

Afgeplatte of scheve hoofdjes hebben niet alleen te maken met de voorgeschreven rugligging om het risico op wiegendood te verkleinen, maar ook met het feit dat baby’s té vaak en té lang in diverse stoeltjes worden geplaatst. Te lange fixatie in stoeltjes kan een vertragend en verstorend effect hebben op de ontwikkeling van de hoofd- en rompbalans en op de bewegingen van armen en benen. In stoeltjes zijn de bewegingen die een baby normaal gesproken maakt, zoals strekken of draaien, onmogelijk.

Deze jonge baby is niet in staat zijn scheefgezakte hoofd weer recht te leggen.
© Tineke van Westerop
Deze jonge baby is niet in staat zijn scheefgezakte hoofd weer recht te leggen.

Afgeplatte en scheve hoofdjes ontstaan door overbelasting. Hoe beweeglijker je baby is, hoe kleiner de kans op een voorkeurshouding en een plat hoofdje. Leg je baby zo neer dat hij zijn hoofdje kán bewegen. Je baby kan zijn hoofd alleen bewegen als hij plat ligt zoals in de box, op een kleed, in bed of kinderwagenbak. Als je je jonge baby in een stoeltje legt, zal hij scheef zakken en zo blijven liggen omdat hij nog niet sterk en behendig genoeg is om tegen de zwaartekracht in te bewegen. Zo ontstaat dus overbelasting. Door een kussentje om zijn hoofdje te leggen bereik je wel dat zijn hoofdje in het midden ligt maar ook dan kan je baby zijn hoofdje niet meer bewegen en ontstaat overbelasting.

Liggend kan een baby zijn hoofd van links naar rechts bewegen, zijn nek is gestrekt en hij heeft geen last van de zwaartekracht.
© Tineke van Westerop
Liggend kan een baby zijn hoofd van links naar rechts bewegen, zijn nek is gestrekt en hij heeft geen last van de zwaartekracht.

Een baby heeft ongeveer 4 maanden nodig om de bewegingen van zijn hoofd, de hoofdbalans, onder controle te krijgen.”

 

Lees meer

Preventie, signalering en aanpak van voorkeurshouding en schedelvervorming. Wie doet wat, hoe, wanneer en waarom?

Geef je baby bewegingsvrijheid en voorkom een voorkeurshouding, plat of scheef hoofdje